De plasticiteit van het brein
De plasticiteit van het brein
Femke Nijboer was een van de sprekers tijdens het Learning Agility seminar in september 2019. Ze is neurowetenschapper en universitair docent Creatieve Technologie aan de Universiteit Twente (UT). Femke vertelde tijdens haar presentatie onder andere over de plasticiteit en maakbaarheid van het (gezonde) brein, maar ook over hoe een beschadigd brein herstelt en hoe we een gezond brein zelfs kunnen verbeteren.
Hoe is het nu met haar en hoe gaat zij met de huidige situatie om?
Online college
Femke werkt nu, net als wij allemaal, thuis, waar vandaan ze college aan 70 studenten geeft. Dat is best lastig, want ze krijgt weinig feedback, de studenten hebben hun geluid uitstaan. “Je praat in het luchtledige en ondertussen zitten ze wel te chatten met elkaar. Of ze stellen via de chat vragen en die net wat kritischer, wat cynischer zijn dan in het echte leven.” Als je iemand in het echt een vraag stelt, dan gebeurt dat net wat beleefder, zo blijkt. Maar ze snapt dat er bij hen ook sprake is van onzekerheid door de totaal veranderde situatie. Tegelijkertijd worden we volgens Femke in rap tempo met z’n allen ook veel eerlijker en zeggen: ‘Hee, ik ben ook maar een mens’. Dat vindt ze ook het mooie aan deze situatie, iedereen gaat net wat meer op zijn strepen staan.
Bereidheid te leren
Tijdens het seminar vertelde Femke over de plasticiteit van het (gezonde) brein, dat zorgt voor aanpassingsvermogen, en de belangrijkste ingrediënten daarvan: ervaring en omgeving. Ziet zij een link tussen de plasticiteit van de hersenen en ons aanpassingsvermogen aan de huidige nieuwe situatie? Wat doet deze hele andere manier van werken met ons en wat vraagt het van ons aanpassingsvermogen?
Het eerst wat haar vooral opvalt is de bereidheid om nieuwe dingen van elkaar te leren en het geduld dat men daarbij heeft, bijvoorbeeld bij het uitproberen van nieuwe apps met elkaar. Zelf vliegt ze van Zoom, Adobe Connect naar Google Hangouts en weer terug naar Skype.
Tegelijkertijd lijkt alles langzamer te gaan, er is meer tijd om na te denken. “Alle besprekingen duren wat langer en iedereen houdt daar ook rekening mee: ‘Het gaat langer duren dus ik moet minder communiceren’. Waarschijnlijk omdat de non-verbale communicatie bijna is weggevallen als je online werkt. Ik heb nu wel een venstertje in beeld met jou erop en ik zie je knikken, maar ik zie misschien een heleboel subtiele dingen niet, die ik anders wel zou zien.”
Apps en digitale vaardigheden
Volgens Femke leren we veel met elkaar nu, ze had graag een voor- en na Corona studie gedaan van de hersenen. “Er wordt wel eens gezegd: als je Google goed weet te gebruiken, weet welke zoektermen je moet gebruiken om je resultaten te behalen, dan stijgt je IQ. Wij leren nu razendsnel ons digitaal te presenteren. Ons gedrag wordt nu al veranderd door deze nieuwe digitale situatie en dat zit natuurlijk ook in het brein, dat kan niet anders.”
We weten natuurlijk nog niet hoe die digitale vaardigheden zich gaan vertalen naar iets praktisch in ons dagelijkse leven. Ze kan zich voorstellen dat na deze crisis werken sowieso veranderd zal zijn. Dat we veel vaker kiezen voor gesprek via Skype dan met de telefoon. Misschien gaan we ook meer vanuit huis werken. We hebben het nu allemaal een keertje gezien en vinden het niet meer zo eng. Gaan we straks echt weer allemaal in de file staan? “De situatie opent ons ook de ogen voor nieuwe mogelijkheden.”
Eenzaamheid bij ouderen bestrijden
Een ander zeer actueel thema waar Femke zich mee bezig houdt, is het Pharaon project (Pilots for Healthy and Active Ageing). In dit Europese project werkt de UT samen met bedrijven in het streven om de eenzaamheid van ouderen tegen te gaan. Het doel: ouderen een digitale transformatie te laten doormaken, zodat ze in de toekomst meer en beter gebruik kunnen maken van digitale tools, bijvoorbeeld om in contact te blijven met de arts, allemaal wat handiger dan nu gebeurt.
Door de coronacrisis raakten de ouderen buiten bereik, de geplande middagen gingen niet meer door. Dus besloten Femke en haar medewerkers de mouwen op te stropen en ze ansichtkaartjes te gaan sturen, te bellen, elke week een stapje verder. Zo investeren ze dus ineens veel meer in vertrouwen en in het opbouwen van een relatie. Eerder was het idee: we gaan ze in een zaaltje onze ideeën vertellen en dan vragen wat ze ervan vinden. Door deze aanpak voelen de ouderen zich straks waarschijnlijk veel meer verbonden met het project, dat was anders misschien helemaal niet bewerkstelligd.
Maar ook binnen het consortium blijkt dat het veel beter werkt elkaar eerst te leren kennen en vertrouwen. Er is nu ook elke week een sessie met de partners om elkaar te leren kennen en te snappen waar men belang bij heeft. Dat helpt ook bij de brainstormen. Want waarom zou je gekke ideeën op tafel gooien als je helemaal nog niet vertrouwd met elkaar bent?
Aanpassingsvermogen
Ouderen hebben natuurlijk een schat aan levenservaring waar ze uit kunnen putten, maar het flexibele denken neemt wel af, het wordt lastiger te accepteren dat regels kunnen veranderen. Bij oudere mensen gaan bepaalde persoonlijkheidskenmerken meer opvallen, ze worden soms wat strikter en vertrouwen meer op hun gewoontes. Komt dat doordat de plasticiteit van de hersenen afneemt? Femke legt uit dat het niet zo is dat er geen nieuwe verbindingen meer worden gemaakt, maar dat die verbindingen allemaal wel wat dieper ingesleten raken. Net zoals in de Grand Canyon, waarin bepaalde paden al helemaal zijn uitgesleten door voetstappen. Dan kan je niet meer heel makkelijk nieuwe paden aanleggen. Dat wil zeggen: nieuwe dingen leren wordt moeilijker, maar niet onmogelijk.
People Agility
Uit onderzoek blijkt ook dat de Learning Agility boven een bepaalde leeftijd behoorlijk afneemt, behalve People Agility, die neemt toe. Iemand die hoog scoort op People Agility staat open voor mensen met verschillende achtergronden en meningen, vertrouwt de mening van anderen meer en neemt anderen dus meer serieus. Hij of zij vindt het belangrijk in contact met anderen te komen en zo te leren van de inbreng van anderen. Door de mildere en meer bescheiden, op vertrouwen gerichte opstelling past hij of zij zich gemakkelijker aan mensen uit bijvoorbeeld andere culturen aan.
Femke denkt dat het best wel eens zou kunnen dat de People Agility toeneemt met de jaren, omdat ouderen zoveel ervaring met mensen hebben opgedaan, dat ze het belangrijker vinden om anderen te begrijpen. Misschien kan je je beter verplaatsen in anderen, doordat je veel scenario’s hebt gezien en door je hoofd kan laten gaan, zodat je een beetje beter snapt wat de achterliggende informatie kan zijn.
Wat haar opviel toen ze ouderen tussen de 83 en 89 sprak: zij vonden jongeren eigenlijk helemaal niet zo niet flexibel en wendbaar in de huidige situatie. Een van hen zei tegen haar: “Als ik volgende maand nog maar 10 euro te besteden heb, weet ik wel hoe ik me moet redden. Jij waarschijnlijk niet!” Misschien kunnen wij wel van hen leren hoe we het beste met deze onzekere periode om moeten gaan.